Veronderstelde bruikbaarheid

Een leertraject wordt gezien als 'bruikbaar' als de lerende een duidelijke link ziet tussen wat verwacht wordt en de uitkomsten die zij zelf belangrijk vindt. Een hoge veronderstelde bruikbaarheid heeft een positief effect op transfer. De veronderstelde bruikbaarheid wordt beïnvloed door de mate:

  • waarin een lerende gelooft dat de nieuwe vaardigheden het uitvoeren van het werk verbeteren,
  • waarin de lerende de noodzaak herkent om de eigen taakuitvoering te verbeteren,
  • de lerende gelooft dat het toepassen van nieuwe vaardigheden de taakuitvoering zal verbeteren
  • dat de lerende denkt dat de nieuwe vaardigheden makkelijk te transfereren zijn (Burke & Hutchins, 2007).

De relevantie van de inhoud van een leertraject voor het dagelijkse werk van een lerende is daarmee een belangrijke voorspeller voor succesvolle transfer (Axtell, Maitlis, & Yearta 1997). Uit recent onderzoek blijkt dat de veronderstelde bruikbaarheid grote invloed heeft op de motivatie van lerenden om het geleerde te gaan toepassen (Hutchins, Nimon, Bates, & Holton, 2013) Een gedegen behoefte-onderzoek én analyse van wat er nodig is op de werkplek is de basis om de veronderstelde bruikbaarheid zichtbaar te maken voor de lerenden. Er zijn hiervoor diverse hulpmiddelen, waaronder het model van de Galan School voor training. Ook het opnemen van de laatste ontwikkelingen op de werkplek in het ontwerp van je leertraject vergroot de veronderstelde bruikbaarheid.

Het is voor ontwerpers en opdrachtgevers de moeite waard om voorafgaand aan een leertraject de noodzaak ('waarom zitten we hier eigenlijk?') en veronderstelde bruikbaarheid van de inhoud ('what's in it for them?') duidelijk naar de trainees te communiceren om de transfer te ondersteunen (Grossman & Salas, 2011). Ook het duidelijk communiceren over de doelen van een leertraject en de verwachtingen als het gaat om het toepassen van de leerresultaten op de werkplek vergroten de veronderstelde bruikbaarheid.